Faalangst
Ik werk met ouders die bij hun kind een hele set aan klachten signaleren; iets met onzekerheid, angst, boosheid, buikpijn, schoolziek, vermijding en piekerende gedachten. En hun kind, dat maakt zich ook druk om van alles en nog wat. Ja om wat eigenlijk…? Hier hebben we te maken met faalangst.
Het lijkt misschien op een vage set aan klachten maar ondertussen hebben kinderen hartstikke veel last van hun faalangst. Het belemmert ze om nieuwe dingen te proberen en het levert een hoop stress op. Veel kinderen ervaren vooral angst voorafgaand aan taken op school (cognitieve faalangst), omgang met anderen zoals bij kinderfeestjes of spreekbeurten in de klas (sociale faalangst) of in het geval van sport- en gymlessen (motorische faalangst).
Het Overwinnen van Beperkend Denken
Kinderen met faalangst zijn bang dat ze – ondanks goede voorbereiding – op een mislukking afstevenen. Gedachten die ze vaak hebben, zijn “het zal wel niet gaan lukken” of “dat kan ik toch niet”. Kinderen met faalangst zijn vaak over- of onderpresteerders. De dagen of uren voordat ze aan een taak (moeten) beginnen zijn ze dan niet te genieten. Omdat ze zich verschrikkelijk voelen. Vaker wel dan niet zitten deze kinderen vast in een beperkend denken. In de beperking gaan ze ervan uit dat wat ze nu nog niet kunnen, nooit gaan kunnen.
Beklemmende overtuigingen
Bij doorvragen kom ik er regelmatig achter dat deze tiners vastzitten in beklemmende overtuigingen. Zoals:
“ik snap nooit helemaal ook maar íets van rekensommen, ik ga het nooit leren”
“ik val op school veelste veel op omdat ik veel grapjes maak en zo maak ik nooit vrienden””
Je ziet het al; pubers met faalangst focussen zich met name op de kans op mislukking in plaats van ontspannen bezig te zijn met nieuwe dingen leren.